Lucille Ball

POPULUXE
De cultuur van de doorsnee-Amerikaan in de jaren vijftig

In het boek As seen on TV van kunsthistorica en Amerikaniste Karal Ann Marling doen de Verenigde Staten van de jaren vijftig onweerstaanbaar denken aan een grote kinderspeeltuin. In tegenstelling tot Europa hoefde Amerika na de Tweede Wereldoorlog zijn steden en industrieën niet opnieuw op te bouwen, en een groot deel van de bevolking deelde in een ongekende welvaart, waarin zorgen over elementaire levensbehoeften voor velen naar de achtergrond verdwenen ten gunste van 'populuxe' en een zee van vrije tijd. Marling analyseert volgens haar eigen ondertitel de visuele cultuur in het dagelijks leven van de Amerikaanse doorsneeburger van die periode, maar in feite geeft ze een meer omvattend beeld van de toenmalige massacultuur. Uiterlijkheden spelen daarin natuurlijk wel een centrale rol, zoals ze laat zien aan de hand van de Amerikaanse preoccupaties met mode, auto's, woninginrichting, eten, pretparken, hobby's en de televisie. De internationale invloed van de Amerikaanse cultuur was groot, zodat As seen on TV ook veel duidelijk maakt over het dagelijks leven van die tijd buiten de Verenigde Staten.

De droom van de gewone Amerikaan was rond te rijden in een grote auto met vleugels en veel chroom, met de roze Cadillac als hoogste ideaal. Niet minder dan twintig procent van het Bruto Nationaal Product werd aan auto's uitgegeven. En iedereen had ineens een hobby. De naïeve schilderwerken van Granma Mozes waren immens populair en miljoenen brachten hun vrije tijd door met het inkleuren van doe-het-zelf schilderijen waarvoor alleen de voorgedrukte nummertjes in de vakjes op het doek vergeleken hoefden te worden met de nummertjes op de bijgeleverde tubes verf. Ook president Ike Eisenhower was zondagsschilder, maar hij onderscheidde zich doordat hij zelf weleens wat bedacht. Modelspoorbanen en plastic vliegtuigmodellen werden ernstige zaken voor volwassenen. Een van de meest begeesterde hobbyisten was wel Walt Disney, die in zijn riante achtertuin eigenhandig een groot spoorwegemplacement aanlegde en toen op het idee kwam dat het publiek zoiets ookwel leuk zou vinden, waarop hij besloot Disneyland te laten bouwen, als een recreatieoord waar kinderen en volwassenen samen konden opgaan in een wereld van illusies en nostalgie, die over de highways snel met de auto bereikbaar zou zijn.

In de mode stond first lady Mamie Eisenhower model voor de Amerikaanse vrouw, die net als Mamie zelf gekleed ging in een confectievariant van Christian Dior's New Look, een trend die verzet opriep van de 'Little Below the Knee Club', want Dior schreef lange rokken voor, terwijl blote benen sinds Betty Grable, de beroemde pin-up uit de Tweede Wereldoorlog, 'net zo Amerikaans waren geworden als baseball en moeders apple pie,' zoals Marling schrijft. In de keuken werd de Amerikaanse huisvrouw - die in de Tweede Wereldoorlog in de oorlogsindustrie had gewerkt en daar niet op het huishouden was voorbereid - moederlijk begeleid door het Picture Cook Book van Betty Crocker. Betty was een door reclamemensen bedacht fantoompersonage, van wie het vertrouwenwekkende geschilderde portret bij meer dan negentig procent van de Amerikaanse vrouwen bekend was.
Zij dachten dat Betty echt bestond.

Maar steeds vaker bleef ook Betty's Cook Book in de keukenkast, en werd de net geïntroduceerde diepvriesmaaltijd geserveerd op het in die tijd in vele huishoudens aanwezige televisie-opklaptafeltje, want leefgewoonten en woninginrichting ondergingen een structurele wijziging met de komst van de zwart-wit televisie. Op de buis moest het publiek al gauw het shockerende optreden van Elvis Presley aanschouwen, die heupwiegend de (blanke) zeden met voeten trad. Toen echter bleek dat Elvis zodra hij kon de geliefde roze Cadillac kocht en een huis voor zijn moeder, konden zijn landgenoten gerustgesteld concluderen dat hij toch een brave Amerikaanse jongen was.
De massacultuur van de nieuwe welvaartsstaat werd zelfs een wapen in de Koude Oorlog, toen in 1959 te Moskou een tentoonstelling van Amerikaanse consumptiegoederen werd gehouden, waar vice-president Richard Nixon en Sovjetleider Nikita Chroetsjov voor het oog van de wereldpers discussieerden over zin en onzin van de automatische wasmachine. Tegen die tijd waren de Amerikanen ruw wakker geschud uit hun droomwereld, want terwijl zij vrolijk rondreden in raketachtige automobielen en snelheid en ruimtevaart in de reclame steeds terugkerende thema's waren, schoten de Sovjets hun Spoetnik in een baan om de aarde. De exorbitante vormgeving van de Amerikaanse auto's kreeg ineens iets genants en ijlings werd nu de echte exploratie van de ruimte ter hand genomen.

Uit een veelheid aan saillante feiten laat Karal Ann Marling zo haar visie op de Amerikaanse jaren vijftig naar voren komen, althans op de blanke massacultuur uit die periode. Het was een tijd waarin de doorsnee-Amerikaan in een wereld van gelukzalige onschuld leefde. De zwarte cultuur was een ander verhaal in een tijd waarin de beweging voor gelijke burgerrechten nog maar nauwelijks op gang was gekomen. Toch blijkt uit onderzoek dat de verlangens op het gebied van auto's en woningen tussen zwart en blank gelijk waren. Omdat een mooi huis zelfs voor rijke zwarten sociaal moeilijk bereikbaar was, gaven ze des te meer geld uit aan auto's. (Een prachtige film over de problemen die de zwarte upward mobility in de weg stonden is A Raisin in the Sun uit 1961, met Sidney Poitier in de hoofdrol.)

De zwaartillende Europeaan, die het gewicht van eeuwen Cultuur met zich mee draagt, kan het door Karal Ann Marling geschilderde beeld van een bijna kinderlijke samenleving allicht hoofdschuddend bezien. Maar Marling, hoogleraar aan de University of Minnesota, schrijft over de eigenaardigheden van haar landgenoten zonder de geringste neerbuigendheid. Waarom ook? In een behartenswaardig stuk heeft de Duitse auteur Hans Magnus Enzensberger zich eens afgezet tegen het Verlichtingsidee dat 'het volk' moest worden verheven tot de echte cultuur. Na anderhalve eeuw democratisering kan iedereen nu lezen en bibliotheken zijn voor iedereen toegankelijk, zei Enzensberger, waardoor nu pas goed blijkt dat het grote publiek ook in Europa niet is geïnteresseerd in wat de culturele elite belangrijk vindt.

Karal Ann Marling, As Seen On TV. The visual culture of everyday life in the 1950's
Harvard University Press, 328 p.

© Hans Schoots. Bewerking van een recensie in Vrij Nederland.

^