Sal Santen
Hans Schoots - Vrij Nederland - Aan de Berlagehof in de brave Amsterdamse wederopbouwwijk Geuzenveld werd
op 10 juni 1960 de Nederlandse trotskist Sal Santen in zijn eigen huis gearresteerd.
'Eerst zij eruit,' zei zijn vrouw Bep, voor de rechercheurs het woord konden
nemen, en stuurde hun dochtertje naar de buren. Santen was betrokken bij de
oprichting van een wapenfabriek in Casablanca ten behoeve van het Algerijnse
Front de Libération Nationale, dat een onafhankelijkheidsoorlog voerde
tegen Frankrijk. Voor hetzelfde FLN organiseerde hij het drukken van valse
persoonsbewijzen en Franse francs. Hij werd tot
vijftien maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens medeplichtigheid aan valsemunterij.
Santen had een leidende positie in de Vierde Internationale, die in 1938 door
Leo Trotski was opgericht als tegenhanger van Moskou's Derde Internationale,
beter bekend als de Communistische Internationale of Comintern. Het trotskisme
verkeerde vanaf zijn ontstaan in een isolement en had geen noemenswaardige
invloed op de actuele politieke gebeurtenissen, maar Sal Santen dacht er anders
over: 'De Vierde Internationale klopt thans op de poort der geschiedenis.'
Het waren de dromen van een kleine beweging, die vooral bestond dank zij het
feit dat Trotski de grootste rivaal en het belangrijkste slachtoffer was van
Josif Stalin. Het was deze tegenstelling die meer dan wat anders suggereerde
dat Trotski een revolutionair alternatief bood voor het destructieve stalinisme.
Toch was Trotski zelf een van de hoofdverantwoordelijken voor de bloedige
Rode Terreur uit de eerste jaren na de revolutie van 1917 en het is maar de
vraag of de Sovjetunie er onder zijn leiderschap later echt zoveel beter aan
toe zou zijn geweest.
Het is verstandig mensen niet te beoordelen naar hun overtuigingen, maar naar
hun vermogen tot wreedheid of gemeenheid, is de wijze les die de Chinese schrijfster
Jung Chang in Wilde zwanen trok uit haar revolutie-ervaringen. Sal
Santens Dapper zijn omdat het goed is roept een beeld op van een schrijver
die weinig vermogen heeft tot wreedheid of gemeenheid. Het boek bevat de correspondentie
die Santen vanuit de cel voerde met zijn vrouw Bep. Ook al omdat de brieven
door gevangenisbeambten werden gelezen, staat er weinig over politiek in.
Ondanks deze eenzijdigheid lijken ze een heel authentiek beeld van Santen
te geven en bovendien krijgen ze door de afwezigheid van de politiek juist
als gevangenisbrieven een universeler karakter. Ze gaan over de zorgen die
iedereen moet kennen die gescheiden van zijn familie achter de tralies zit.
Sal Santen neemt de lezer voor zich in omdat hij weinig klaagt over zijn eigen
toestand, terwijl hij zich zorgzaam toont voor zijn vrouw en kinderen, die
hij consequent moed blijft inspreken. De echtelieden zagen elkaar ook een
keer per week kort in de gevangenis. In de bajes komt hij doorgewinterde schurken
tegen, maar 'er zitten toch ook heel wat stumpers, door het leven verknoeid
op een manier, die elk mens had moeten breken.' Voor het gevangenissysteem
voelt Santen minachting, maar in opsluiting heeft hij toch ook wat geleerd.
Zijn houding tegenover mensen is afstandelijker geworden 'en dat is absoluut
noodzakelijk wil je niet het sufferdje worden.'
Sal Santen was geen held van geboorte. Integendeel, hij was in zijn eigen
woorden 'een bang jodenjongetje.' Hij kwam in de trotskistische beweging terecht
en trouwde met de dochter van de roemruchte revolutionair Henk Sneevliet,
die in 1942 door de Duitsers werd geëxecuteerd. Sneevliets laatste woorden
waren: 'Dapper zijn omdat het goed is.' Santen: 'Nu moest ik de vaan hooghouden.'
In de oorlog werd bijna zijn hele familie gedeporteerd, maar hij overleefde.
Zo groeide het gewicht van de plichten. Na de oorlog stortte hij zich met
verdubbelde energie in het politieke werk.
Hij sympathiseerde met de Algerijnse
onafhankelijkheidsstrijd en in praktische steun voor het FLN zagen hij en
partijgenoot Michel Raptis een mogelijkheid de Vierde Internationale eindelijk
iets praktisch te laten doen. Zijn ervaringen in de Vierde
Internationale en het Algerijnse avontuur heeft Santen eerder beschreven in Adiòs
Compañeros! Uit dat boek blijkt dat Santen een haast grenzeloze loyaliteit
voelde ten opzichte van Michel Raptis, in die tijd chef van hun beweging.
Maar de leidertjes van de Vierde Internationale waren doodgewone bureaucraten
en ook Raptis was tegenover Sal Santen heel wat minder netjes dan deze had
mogen verwachten. Aan het slot van Adiós Compañeros! schrijft
Santen dan ook: 'Ik kan me niet meer voegen naar mensen die zich voortdurend
boven mij stellen, mij gebruiken als dit nuttig voor ze is, mij in een hoek
trappen als het ze anders uitkomt.' Het waren zijn nieuwe inzichten uit de
gevangenis, toegepast op de Vierde Internationale. Hij trok zich terug uit
het wereldje van arrogantie, kuiperijen en scherpslijperij en werd schrijver.
En was dankzij de Algerijnse connectie toch nog een beetje een revolutionaire
held.
Sal Santen, Dapper zijn omdat het goed is. Brieven uit de cel. De Bezige Bij, 204 p.
© Hans Schoots. Recensie in Vrij Nederland.