Anthony Fokker

EEN NEDERLANDSE HOOGVLIEGER
Biografie van Anthony Fokker

Nog maar één lang mensenleven geleden maakten de gebroeders Wright met een wrakkig bouwsel een kippensprongetje op het strand van het Amerikaanse Kitty Hawk. Dat was in 1903 en het was de eerste vlucht met een bemand motorvliegtuig. Tegenwoordig kunnen wij via internet binnen een dag de foto's bekijken die de ruimtesonde Huygens heeft gemaakt van een of andere maan van Jupiter en kunnen we ons nauwelijks nog de sensatie voorstellen die de eerste piloten bij het publiek teweeg brachten. Zij waren in de vroege decennia van deze eeuw net zulke idolen als ruimtevaarders in de jaren zestig. Zo was vliegenier en vliegtuigbouwer Anthony Fokker blijkens een poll uit 1922 de populairste Nederlander na de dirigent van het Concertgebouworkest Willem Mengelberg, minister van buitenlandse zaken Van Karnebeek en acteur Louis Bouwmeester.

Toch is er pas nu een degelijke biografie van Fokker verschenen, van de hand van luchtvaarthistoricus Marc Dierikx. Zijn boek kwam eerst uit bij het Smithsonian Institute in de Verenigde Staten en een paar maanden later in het Nederlands onder de titel Dwarswind. [Aanvulling: op basis van nieuw bronnenmateriaal publiceerde Marc Dierikx najaar 2014 een herziene en uitgebreide biografie: Anthony Fokker, een vervlogen leven.]

Voorheen moest de geïnteresseerde lezer het stellen met Fokkers autobiografie De Vliegende Hollander en enkele andere publicaties, die sterk steunden op Fokkers eigen verhaal. Met Dwarswind hebben we er weer een levensbeschrijving bij die laat zien dat slechts weinig publieke imago's een nauwkeurig bronnenonderzoek kunnen doorstaan.

Anthony Fokker was een telg uit een welgestelde plantersfamilie, die zich na terugkeer uit Nederlands-Indië vestigde in Haarlem. Gezien zijn sociale en financiële status vond Fokker het normaal mensen te commanderen of te kopen, deelt Dierikx al op een van de eerste bladzijden mee. De jonge Anthony had het te druk met knutselen op zolder en kanoën op het Spaarne om tijd over te houden voor zijn huiswerk, zodat hij de middelbare school voortijdig moest verlaten. Hij mocht een technische opleiding in Duitsland gaan volgen maar daar eenmaal aangekomen stapte hij over naar een vliegopleiding. Het besturen en bouwen van vliegmachines waren twee dingen die in die jaren kort voor de Eerste Wereldoorlog nog hand in hand gingen. In 1911 keerde hij glorieus naar Haarlem terug voor een demonstratievlucht met zijn eigen toestel, de Spin.

Het verdere leven van Fokker stond volledig in het teken van de luchtvaart. Vliegtuigen begreep hij beter dan vrouwen, schreef hij eens. Zijn grootste liefde, de pilote Ljuba Galantsjikova, die hij in Rusland had ontmoet toen hij daar vliegtuigen trachtte te verkopen, ging er met een Franse vlieger vandoor. 'Een uiterst depressieve Anthony Fokker, vol gevoelens van zelfvernietiging, keek hen na met een gebroken hart,' schrijft Dierikx. Het ontbrak hem niet aan vrouwelijk gezelschap, maar de twee huwelijken die hij aanging werden een fiasco, het laatste eindigde zelfs in een tragedie toen zijn Amerikaanse echtgenote Violet Austman in New York uit een raam sprong. Dierikx reconstrueert de voorafgaande uren en maakt heel aannemelijk dat Fokkers volstrekte desinteresse voor haar zielenroerselen haar tot deze wanhoopsdaad dreef. Toen het onherstelbare was geschied, getuigde hij wel van inzicht in zijn falen. Op haar graf liet hij een wit marmeren beeldje plaatsen van een vrouw die in elkaar gedoken zit, beschutting zoekend tegen een granieten rotsblok.

Zijn inventiviteit en een gestage stroom familiegeld stelden hem nog voor de Eerste Wereldoorlog in staat een eigen fabriekje te beginnen in Johannisthal bij Berlijn. Internationaal liep Duitsland toentertijd achter in de vliegtuigontwikkeling en Fokker kon een grote slag slaan toen hij het Duitse leger aan het begin van de oorlog een nagebouwd Frans toestel kon aanbieden. Enkele volgende types uit zijn bedrijf werden de schrik van de luchtoorlog die zich boven de loopgraven van Noord-Frankrijk en België ontplooide. Zijn D-VII gevechtsvliegtuig bleef een van de legendarische toestellen uit de luchtvaartgeschiedenis. Tussendoor hing het voortbestaan van zijn fabriek herhaaldelijk aan een zijden draad. Van sommige modellen die hij afleverde verongelukten er zoveel dat het leger ze aan de grond moest houden. Op zeker moment werd hij zelfs door de militaire autoriteiten gedwongen zijn fabriek beschikbaar te stellen voor het bouwen van vliegtuigen van de concurrentie. Door zulke ervaringen raakte Fokker geneigd tot een conservatief financieel beleid. In tijden van drukte nam hij veel personeel aan dat hij bij moeilijkheden weer ontsloeg, maar investeringen in nieuwe productiemiddelen meed hij zoveel mogelijk. Wanneer hij meer bedrijfsruimte nodig had huurde hij liever ergens een schuur dan zijn eigen fabriek uit te breiden. In latere jaren zou deze houding hem een achterstand op zijn concurrenten bezorgen.

Een veelzeggend feit dat Dierikx uit deze periode opdiepte was Fokkers weigering te erkennen dat hij zich bij zijn fameuze ontwerp voor een gesynchroniseerd machinegeweer deels heeft gebaseerd op een eerder patent van de ingenieur Franz Schneider. Dit wapen, dat recht vooruit door de propeller kon schieten, bracht de luchtoorlog van 1914-1918 in een nieuwe fase. Schneider heeft zich arm geprocedeerd tot in de jaren dertig om zijn patent te verdedigen, maar moest het uiteindelijk afleggen tegen Fokkers financiële overmacht. Slechts één keer heeft Fokker in een brief toegegeven dat hij veel aan Schneiders inzichten te danken had.

Na Duitslands nederlaag in de Eerste Wereldoorlog organiseerde Fokker een beroemd geworden operatie. Met ontduiking van de regels die de geallieerden hadden opgelegd, smokkelde hij per goederentrein zijn bedrijfsinventaris plus honderden vliegtuigen naar Nederland. Al was dit volgens Dierikx nu ook weer niet zo ongewoon of illegaal als Fokker graag wilde doen geloven. Ook Heinkel, Junkers en andere Duitse vliegtuigbouwers brachten hun eigendommen zonder al te grote inspanningen over naar neutrale landen.

De jaren twintig werden een nieuwe glorietijd voor Fokker. Hij stichtte een fabriek in Amsterdam-Noord, maar verplaatste zijn hoofdactiviteit spoedig naar de Verenigde Staten. Met zijn verkeersvliegtuigen werden records gebroken en pioniersreizen gemaakt als 'Amsterdam-Batavia' en de eerste vlucht over de Noordpool. Anthony Fokker gold op dat moment over de hele wereld als een toonaangevend vliegtuigbouwer. Maar de rot zat al in zijn bedrijf. Zijn hoofdconstructeur Bruno Platz - een opgeklommen lasser - kon de technologische ontwikkelingen niet meer volgen en Fokker zelf verklaarde doodleuk dat hij nieuwe technische boeken ongelezen uit het raam gooide. Begin jaren dertig werd de Amerikaanse Fokkerfabriek overgenomen door General Motors, dat te laat merkte hoe grondig het mis was bij het bedrijf. Fokker zelf werd aan de kant gezet, maar ook dit kon de productie van eigen modellen niet meer redden en in Amerika was het afgelopen met het sprookje. De Nederlandse vestiging sukkelde in de jaren dertig door met eigen types en beleefde kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nog een opleving toen de vraag naar militaire vliegtuigen toenam.

In Nederland was de KLM lang een vaste afnemer van Fokker. KLM-directeur Albert Plesman en Anthony Fokker, die elkaar haatten uit het diepst van hun hart, waren tot elkaar veroordeeld, temeer omdat de Nederlandse regering bij de KLM aandrong op gebruik van Nederlandse toestellen. Dierikx' verhaal over de botsingen tussen beide titanen behoort tot de spannendste in zijn boek. Daarbij laat hij zien dat Fokker een even gehaaide als onbetrouwbare zakenman was, die gemaakte afspraken waarmee honderdduizenden guldens gemoeid waren glashard ontkende. Toen Plesman in de jaren dertig besloot een proefmodel te bestellen van de Amerikaanse Douglas DC-2, een nieuw metalen vliegtuig waar de houten toestellen van Fokker niet tegenop konden, deed Fokker een meesterzet. Hij reisde naar Californië en verzekerde zich van de verkooprechten en de licensiebouw van de DC-2 voor Europa. Zo wist Fokker zijn verslechterende economische positie meer dan te compenseren. Dierikx lanceert zelfs de provocerende stelling dat Fokkers grootste betekenis voor de luchtvaart niet lag in zijn prestaties als vliegtuigbouwer, maar in zijn wat onzichtbare rol als verkoper van Douglas- en Lockheedtoestellen op de Europese markt. De Amerikaanse vliegtuigen waren een beslissende factor in de modernisering en massificatie van het Europese luchtverkeer. Of Dierikx hierin nu gelijk heeft of niet, als luchtvaartpionier mocht Anthony Fokker met recht de titel 'Vliegende Hollander' opeisen. Hij komt in Dierikx boek naar voren als een even tragische figuur als zijn legendarische zeevarende voorganger.

Marc Dierikx, Dwarswind. Een biografie van Anthony Fokker. Sdu, 295 p.

© Hans Schoots. Recensie verschenen in Vrij Nederland.

 




^