DE DOKTER IS UW KAMERAAD NIET


28-5-2020
- Er verschijnt maar zelden een boek dat van binnenuit gaat over het West-Europese maoïsme. Deze kleine extreme stroming, die zijn hoogtijdagen had in de jaren zeventig van de vorige eeuw, zegt de meesten niets meer. Hooguit dat de Nederlandse SP aan dit maoïsme is ontsproten. Of bij onze zuiderburen dat de daar nog steeds zeer actieve Partij van de Arbeid van België eruit voortkomt, om niet te zeggen, een van de laatste vertegenwoordigers ervan is op waarneembare politieke schaal.

Over deze Partij van de Arbeid (niet te verwarren met de Nederlandse PvdA) gaat het grootste deel van het boek De dokter is uw kameraad niet, waarin auteur Louis van Dievel zijn visie geeft op de levensloop van 'Guust van Mol', in feite handelend over Jan van Duppen, voormalig pvda-redacteur, later parlementslid namens de Vlaamse sociaaldemocratie en huisarts van beroep.

Allereerst voor de Nederlandse lezer nog wat over de pvda van België. Deze organisatie heette eerst Alle Macht Aan De Arbeiders (amada). De volgende naam moest neutraler klinken, maar intussen wisten de leden zelf dat de communistische partij van Albanië ook Partij van de Arbeid heette. Bij amada/pvda ging het algauw om ettelijke duizenden mensen. Ze verdedigden Josef Stalin nog volop in de jaren negentig, gingen op partijbezoek in Pyongyang en confereerden recent nog met allerlei buitenlandse communistische partijen.

Officieel is de pvda nu een 'moderne marxistische partij', wat dat ook mag betekenen. Van het oude maoïsme en stalinisme zou na een congres in 2008 afscheid zijn genomen. Maar stel even dat dit waar is: hoezo zouden uitgerekend degenen die eerst veertig jaar Stalins Sovjetunie, Mao's China en bovendien nog geruime tijd Pol Pots Cambodja hebben verdedigd, de aangewezenen zijn om het nu wel goed te gaan doen?

Jan van Duppen, opgegroeid in een zwaar katholieke omgeving, meldde zich als zeventienjarige al bij de partij. Hij ging onder meer in de mijnen werken om arbeiders te organiseren en tevens zelf te 'proletariseren'. Een bepaald heroïsche periode. In De dokter is uw kameraad niet wordt indringend beschreven hoe het binnen amada/pvda toeging. De interne repressie was groot. Toen Van Duppen na een aantal jaren van werk onder de arbeiders besloot geneeskunde te gaan studeren, werd hij berispend toegesproken: dat maakte de partij wel uit, er diende geproletariseerd te worden.

Een treffend voorbeeld van de heersende sfeer is ook de voorbereiding van een ware veldslag met de rechtsextreme organisatie VMO in 1975 in Leuven. Aangezien er knuppels, knikkers en kettingen worden meegenomen, vraagt Van Duppen wat er moet gebeuren wanneer een tegenstander tijdens de gevechten geïsoleerd raakt. Een domme vraag, vindt men, waarbij de mogelijkheid dat zo iemand het ziekenhuis in zal worden geslagen, of erger, wordt opengelaten. VMO-amada: extremisten onder elkaar.

Na een schriftelijke shoot out met de partijleiding rond de jaarwisseling van 1982-1983 vertrok Van Duppen en liet het marxisme-leninisme achter zich. In later jaren werd hij actief in de SP.A, de Vlaamse sociaaldemocratische partij, voor welke hij vijf jaar in het parlement zat. Maar hij zag vooral gekuip en oppervlakkigheid binnen de SP.A en liet deze teleurgesteld achter zich. Na een conflict met de Socialistische Mutualiteit – zeg maar het socialistische ziekenfonds – beëindigde hij zijn artsenpraktijk in Turnhout.

Tien jaar werkte hij als huisarts in een groepspraktijk in een wijk met overwegend immigranten in Rotterdam-Zuid. De vele smoesjes en trucs die hij bij zijn patiënten ontwaarde, deden hem het laatste geloof in de bijzondere missie van het proletariaat verliezen. In de boeken van de Britse collega-arts Theodore Dalrymple herkende hij zich: de zwakken moesten niet gepamperd worden, ze moesten juist op hun verantwoordelijkheden worden gewezen. Ik heb mijn twijfels bij Dalrymple, maar vandaar de uitdagende titel De dokter is uw kameraad niet. Van Duppen werd door zijn Rotterdamse patiënten overigens zeer geprezen toen hij afscheid nam en terugkeerde naar Turnhout.

Op de laatste bladzijden van het boek leest de gepensioneerde dokter het fameuze boek van de Britse denker-politicus Edmund Burke over de Franse Revolutie van 1789. Burke wijst er daarin op dat het kwalijk is een samenleving ondersteboven te willen gooien voor een abstract idee. Lastiger te verteren zal te Turnhout Burkes verontwaardiging zijn over hoe de kerk in de Franse Revolutie werd bejegend. Volgens Van Dievel heeft de kerk Jan van Duppen in zijn jeugd weinig goeds gebracht.

In het ook voor niet-ingewijden buitengewoon lezenswaardige De dokter is uw kameraad niet, komt Jan van Duppen naar voren als een lijdend romanticus in voortdurende strijd met zichzelf, die met minder dan grootse gedachten geen genoegen neemt.


Louis van Dievel, De dokter is uw kameraad niet: uit het leven van Guust van Mol . Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen.