30 JAAR TIANANMEN
Chinaganger Joris Ivens deed wel eens wat goeds

3-6-2019 - Op Tiananmen, het Plein van de Hemelse Vrede in Peking, onderdrukte het Chinese leger op 4 juni 1989 met veel geweld de studentenbeweging voor meer democratie. 'Toen Joris mij belde na het bloedbad in Peking, klonk hij heel moe en zei hij dat hij gehuild had,' vertelde Eric van 't Groenewout indertijd [Van 't Groenewout had kort daarvoor een scriptie over Ivens geschreven en was een soort vertrouweling geworden].

De opname van de tank die door één enkele demonstrant in zijn opmars gehinderd wordt, moet Ivens bijzonder hebben geraakt, want ze was gemaakt vanuit hotel Peking waaraan hij zoveel herinneringen had, misschien zelfs vanuit een kamer waarin hijzelf eens gewoond had.

Nu was hij niet langer vergevingsgezind tegenover de Chinese partijleiding en Marceline en hij stuurden een protesttelegram naar de voorzitter van het volkscongres, het Chinese parlement: 'De studenten en de honderdduizenden die hen ondersteunden, verdienen respect en bewondering op internationaal niveau voor hun moed en onbegrensde inzet bij hun geweldloze demonstraties. Wij voegen onze stem bij de internationale veroordeling van deze blinde en brute aanval, een aanval gedaan op een vreedzame demonstratie van een volk dat slechts vroeg om een democratische dialoog met zijn regering.'

Op 21 juni verscheen in Le Monde een manifest van het Comité tegen de Repressie in China, ondertekend door onder anderen Henri Cartier-Bresson, Bernard-Henri Lévy, Michelangelo Antonioni, Bernardo Bertolucci, Alberto Moravia, Steven Spielberg, de weduwe Edgar Snow en Joris Ivens en Marceline Loridan. Toen Chinese studenten in Parijs een demonstratie hielden bij het Trocadéro, kwam tot ieders vreugde ook de oude Ivens opdagen. Het werd een laatste en uiterst symbolische politieke daad. Kort daarna, op woensdagavond 28 juni 1989, stierf Joris Ivens in het Parijse Laënnec-hospitaal.

Uit: Hans Schoots, Gevaarlijk leven. Een biografie van Joris Ivens.

See for English: Living Dangerously: A Biography of Joris Ivens, page 361.



 

 

^