ZES FILMS OVER GLAS
Na Haanstra viel er niets meer te zeggen...

Soms komt een filmpublicatie uit onverwachte hoek. Neem het boek met DVD Glas op celluloid. Onderwerp is de glasindustrie, zoals die in de loop der jaren door vooraanstaande filmmakers in beeld is gebracht. Je kunt aan alles merken dat de auteurs-samenstellers Johan Soetens (gepensioneerd directeur van de Leerdamse glasfabrieken) en Job Meihuizen (directeur van het glasmuseum in diezelfde plaats) vooral glasmensen zijn. Maar dan wel op een manier die de filmgeschiedenis een dienst bewijst. Bijna de helft van het op de DVD voorkomende materiaal hebben ze gevonden in oude kasten van fabrieken her en der in het land. Vooral dankzij hun inspanningen is het behouden.

De zes documentaires die op de DVD staan geven een mooi filmhistorisch overzicht. Er staat werk op van pionier Willy Mullens (1918), industriefilmer Otto van Nijenhoff (1932), fotograaf en filmer Emiel van Moerkerken (1941), de Polygoon-studio (1946) en Bert Haanstra (2 x 1958). Volgens de auteurs viel aan de periode daarna geen eer te behalen: het werd allemaal minder na Haanstra's tien minuten durende Oscarwinnaar Glas. Maar al een paar dagen na verschijning van hun boek bleek dat de wereld gewoon doordraait: regisseur Robin Lutz kreeg op een festival in Los Angeles een prijs voor zijn korte film Glas in Leerdam. Waarmee wel weer wordt onderstreept dat de glassector nooit een originele filmtitel heeft kunnen bedenken: in de namen van alle voornoemde films komt het woord glas voor, of het woord Leerdam, of allebei.

Feit blijft dat Haanstra's Glas een hoogtepunt was, en het aardige in de waardering die de samenstellers ervoor hebben is dat ze niet de nadruk leggen op de veelbesproken filmische kwaliteiten. In hun ogen toont Glas op onovertroffen wijze de magie van het glasblazen, het gaat ze om de glaservaring.

De andere films bekijken ze vooral op hun documenterende waarde. Die blijkt enorm groot te zijn. Ze wijzen aan hoe er een halve eeuw van technologische geschiedenis, ontwikkeling van arbeidsomstandigheden en cultuurgeschiedenis in is vastgelegd. Vooral ook cultuurgeschiedenis, want in deze films wordt mooi zichtbaar dat glas meer is dan industrie of ambacht. Het is een vorm van toegepaste kunst waar je bij het kijken alleen maar bewondering voor kunt hebben. Over de filmische ontwikkeling die in de zes achtereenvolgende documentaires te zien is zou meer te zeggen zijn dan de samenstellers in hun boek doen. Er is bijvoorbeeld groot verschil tussen de films van Mullens uit 1918 en Van Nijenhoff uit 1932. In de laatste wordt veel nadrukkelijker en bewuster gebruik gemaakt van kadrering en montage. Sinds 1928 hadden vooral Cor Aafjes, Jo de Haas, Joris Ivens en Jan Jansen de esthetiek van de avant-garde benut om de industrie in beeld te brengen. In zijn glasfilm doet Nijenhoff niet voor hen onder. Emiel van Moerkerken, die naast fotograaf en filmer een prominent surrealist was, laat zich in zijn film over de Kristalunie in Maastricht van zijn meer alledaagse kant zien. De vorm ervan is weinig opzienbarend, maar doordat hij de arbeider-kunstenaar in het middelpunt plaatst, krijgt zijn werk toch een eigen karakter. Filmhistorisch van belang is verder dat Van Moerkerken het zeldzame Sonoretta-systeem gebruikte, met direct bij het beeld gesynchroniseerd opgenomen geluid, bijna twintig jaar voor dit een gangbare methode werd. De Polygoon-film is de zwakste van de zes, een vlees-noch-visproduct, al is er weer een stadium in de ontwikkeling van de glasindustrie mee vastgelegd.

Jammer is dat op de DVD juist de scherpte van Haanstra's Glas te wensen over laat en de kleur ervan niet optimaal is. Op de dubbele VHS ‘Het beste van Bert Haanstra', die in de jaren negentig door de regisseur zelf werd samengesteld, is de kwaliteit van het Oscarwinnende filmpje veel beter. Maar die VHS is allang uitverkocht. De kwaliteit van de andere films is uitstekend.

Johan Soetens en Job Meihuizen, Glas op celluloid. Nederlandse cineasten en de glasfabrieken. Boek plus DVD. Uitgeverij De Bataafsche Leeuw.

© Hans Schoots. Verschenen in de Filmkrant.

^