Door Hans Schoots - column uitgesproken bij een vertoning in het Filmmuseum/Eye.
Zoals u ongetwijfeld weet gaat de film El Perro Negro van Péter Forgács over de Spaanse Burgeroorlog, een oorlog die plaats vond tussen 1936 en 1939. Er zijn mensen die vinden dat de Spaanse Burgeroorlog heel eenvoudig is samen te vatten. Die moet u niet geloven. Het is in werkelijkheid een verhaal van te snelle maatschappelijke hervormingen, te langzame hervormingen en verzet tegen hervormingen, en dit allemaal gelijktijdig. Er was een breed scala aan verschillende thema's waarover allerlei tegenstellingen in de samenleving bestonden, en er waren verkeerde politieke beslissingen waarvan niemand kon voorzien waartoe ze zouden leiden.
Het waren de radicalen aan beide zijden die het zo voor wisten te stellen dat alles met hun eenvoudige formules verklaard en opgelost kon worden. De overeenkomst tussen hen was dat ze er geweld voor nodig dachten te hebben. Door een samenloop van omstandigheden konden zij steeds meer hun stempel op de loop der dingen drukken. Dit is dus geen verhaal van de good guys tegen de bad guys. Als er al good guys waren, dan was het onder het grote deel van de bevolking dat helemaal niet op een burgeroorlog zat te wachten. Ik zal hier nu niet verder op de politieke en maatschappelijke kant ingaan, want dan zijn we zo een uur verder.
Van Péter Forgács wordt vaak gezegd dat hij met zijn werk de geschiedenis dichterbij brengt. Bij El Perro Negro vraag ik me af of dit wel waar is. De logische gedachte is dat we via de fragmenten uit de home movies die hij gebruikt een directere verbinding krijgen met individuele mensen en met hun tijd, maar ik ervaar dat in ieder geval niet zo.
Om een voorbeeld te noemen: de film bestrijkt de periode 1930-1939. Ik kan u verzekeren dat in de jaren vóór het uitbreken van de burgeroorlog in 1936 in Spanje ook figuurlijk heel vaak de zon scheen. Er was geen onvermijdelijk proces gaande dat wel moest uitmonden in de burgeroorlog, en we mogen veilig aannemen dat heel wat Spanjaarden een optimistische verwachting van de toekomst hadden. Er vonden wel een aantal bloedige gebeurtenissen plaats, maar we moeten niet vergeten dat een groot deel van de bevolking daar niks mee te maken had of mee te maken wílde hebben. Het waren vooral kwesties die onderling werden uitgevochten door extreme politieke richtingen die slechts minderheden vertegenwoordigden.
Toch schijnt de zon in El Perro Negro zelden. De stemming is vanaf het begin grauw, om niet te zeggen zwart, zoals de titel eigenlijk al zegt. Daar zijn ook praktische redenen voor: het amateurfilmmateriaal is vaak vrij grof en lijkt vanzelf al iets sombers te hebben. Daarnaast heeft Forgács voor een tint en een opbouw gekozen waarin alles – ook visueel – een sfeer van dreiging ademt. Wanneer wat mensen stoeien tijdens het kamperen, dan krijgt dit onschuldige tijdverdrijf in de context van de film een associatie met politiek geweld. Toch was het in werkelijkheid wel degelijk een onschuldig tijdverdrijf. Forgács aanpak levert een mooie verhaalopbouw op, maar of de geschiedenis er dichterbij door komt, waag ik dus te betwijfelen. Je zou misschien eerder kunnen zeggen dat je de historische werkelijkheid van toen ziet door een beroet glas.
Péter Forgács is op de eerste plaats filmmaker en in mijn ogen maakt hij de historische dimensie ondergeschikt aan het filmische. Dat is ook zijn goed recht. Hij gaat uit van uniek archiefmateriaal en van de narratieve mogelijkheden die dit biedt om er een geheel uit te creëren. Hij doet dat met prachtige resultaten. Maar waar de Spaanse Burgeroorlog vandaan kwam of waar hij over ging, wordt in de film maar beperkt duidelijk. Zelfs wat de filmers van de gebruikte home movies indertijd persoonlijk hebben ervaren blijft gevoelsmatig ver weg.
Ik ga er liever vanuit dat Forgacs juist wilde laten zien dat je niet zo heel dicht bij de historische werkelijkheid kunt komen. Daarin is hij met El Perro Negro uitstekend geslaagd. Tegelijk weet hij wel degelijk iets over de Spaanse Burgeroorlog te zeggen op een algemener niveau. Hij geeft met zijn film op kunstzinnige wijze vorm aan de belangrijkste waarheid over deze burgeroorlog, namelijk dat het een grote gruwel was. De films die in de jaren dertig zelf werden gemaakt over dit onderwerp waren stuk voor stuk propagandafilms. Misschien waren ze soms technisch beter, hadden ze een meer realistische uitstraling en scheen de zon er vaker in, maar toch waren ze verder verwijderd van de waarheid.
© Hans Schoots. Column uitgesproken bij de vertoning van El Perro Negro in het Filmmuseum op 23 november 2007