Aan de grote scènes uit de filmgeschiedenis kan er wat mij betreft
een worden toegevoegd. Ik bedoel die uit Russian Ark, waarin we aanwezig
zijn op een bal aan het hof van de Russische tsaar. Zoals inmiddels genoegzaam
bekend heeft regisseur Alexandr Sokoerov heel Russian Ark in één
take opgenomen, waardoor deze film toch al een vaste plaats in de geschiedenisboekjes
krijgt. Maar Russian Ark laat zien dat een one take film niet
alleen een kunstje hoeft te zijn, maar ook een effect teweeg kan brengen dat
een gemonteerde film niet kan bereiken.
Het adembenemende hoogtepunt van de take van Sokoerov is het volledig in scène
gezette bal, dat helaas dicht bij het einde zit. Naast schitterende zijn er
dan al veel vervelende momenten geweest. Nooit heb ik bij de enscenering van
een fictieve gebeurtenis uit een ver verleden zo'n sterk gevoel van aanwezigheid
gehad als bij dit bal. Alsof je daadwerkelijk per tijdmachine bijna honderd
jaar terug bent gezet.
Natuurlijk probeert de gemiddelde speelfilm je mee te slepen via dramatische
middelen zoals spanningsopbouw en identificatie met de hoofdpersoon, en met
filmische middelen als montage, allemaal vormen van manipulatie van de toeschouwer.
Bij Sokoerov is iets heel anders aan de hand. Hij brengt je met een minimum
aan trucjes zo dicht bij een vergane - zichtbare - werkelijkheid als in een
film maar mogelijk is.
Allereerst worden de gebeurtenissen in hun werkelijke tijdsverloop getoond:
eenheid van tijd en plaats. We zijn zo'n twintig aaneengesloten minuten aanwezig
in een danszaal en aansluitend daarop bij het naar buiten gaan van de gasten.
De camera bevindt zich vrijwel steeds op ooghoogte, tussen de mensen, alles
wordt gezien vanuit de positie van iemand die er zelf bij is. De scherptediepte
loopt meestal van dichtbij tot oneindig - deep focus - zodat de toeschouwer
bij het kijken minder gestuurd wordt door de camera. Verder verandert de lenshoek
weinig: een mens heeft tenslotte ook geen zoom-ogen. Wanneer iemand van dichtbij
wordt gezien, is het niet omdat er wordt ingezoomd, maar omdat die persoon
daadwerkelijk naderbij komt, of omdat de cameraman naar hem toe loopt.
Een
keer wordt er helaas wel ingezoemd, namelijk op Valeri Gergjev, de dirigent
van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, die verrassend het dansorkest dirigeert.
Waarmee we komen op de muziek en het geluid. Je hóórt de ruimte
van de zaal haast alsof je erin stond. Over spectaculair geluid gesproken!
Wat verder aan het realiteitsgehalte bijdraagt is dat het bal ook buiten de
blik van de camera verdergaat. Er is een 'echt' bal gaande, en daarbij is
een camera aanwezig, wat een heel ander resultaat oplevert dan de methode
waarbij de deelnemers gaan dansen wanneer ze in beeld komen. Als verfijnd
detail zien we de steelse blikken die een of twee mensen op de camera werpen
terwijl ze langs lopen. Of dat nu afgesproken is of niet, het draagt alleen
maar bij aan het gevoel van authenticiteit.
Deze finale van Russian Ark is niet alleen een filmische topprestatie,
Sokoerov wil er ook iets mee zeggen. Eerder in de film vergeeft hij in de
voice over de tsaren al dat de schoonheid die ze hebben bewerkstelligd op
veel ellende berust. De schoonheid overleeft. Het bal was een uiting van esthetische
verfijning van een soort die vervliegt, maar die hier in al zijn schoonheid
wordt opgeroepen. Terwijl de gasten van het bal de trappen af ruisen - het
schijnt 1913 te zijn - zegt Sokoerov: 'Vaarwel Europa', omdat de Eerste Wereldoorlog
voor de deur staat en direct daarna de communistische revolutie een einde
maakt aan de gunstige invloed van de Westeuropese Verlichting op Rusland.
Of Sokoerov hier nu gelijk in heeft of niet, hij slaagt erin de toeschouwers
een gevoel van treurnis mee te geven over een verloren wereld waarvan zij
heel even getuige hebben mogen zijn.
© Hans Schoots. Bewerking van een column in de Filmkrant
van mei 2003.